44 JOER GEBEURE: 44 JOER STRAFFE STUUTE!
Wie kent er nog de Dasjtereirs, de Zavelkoppen en de Pasjakroeten? Of de Miljoneirs, de Tonneklinkers en de Vergeitelingen? In de tweede helft van de jaren zeventig van de vorige eeuw ondergaat het Halse carnaval een metamorfose. De Zwarte Madonna van Halle zorgt eindelijk nog eens voor een mirakel en laat tientallen Halse carnavalsgroepen ontstaan die gemotiveerd chars en kostuums beginnen te maken. De ingehuurde groepen uit Aalst en andere carnavalssteden kunnen eindelijk thuisblijven. Vanaf de jaren tachtig bestaat de Halse zondagstoet uitsluitend uit Halse groepen. Enkel de showkorpsen komen nog uit Nederland.
DE VROLIJKE DOKTERS
Het is in deze bloeiperiode van het Halse carnaval dat ook De Gebeure van start gaan. Julien Borremans krijgt de smaak te pakken wanneer hij in 1975 met zijn camion meerijdt in de reclamestoet om zijn groothandel in groenten en fruit in de kijker te werken. Hij maakt er een heuse ‘Chiquita-bananenboot’ van. Julien kan enkele buren overtuigen om mee te gaan en het jaar daarop groeit het idee om er een echte carnavalsgroep van te maken. De groep draait rond Julien Borremans en zijn buren, dus de naam ‘de Gebeure’ ligt voor de hand. De simpelste ideeën zijn soms de beste. Officiële startdatum van de groep wordt 27 februari 1976, de trouwdag van Jean-Pierre Dedobbeleer. Samen met zijn broer Jean-Marie Dedobbeleer en Julien Borremans (schoonvader van Jean-Marie) wordt Jean-Pierre één van de spilfiguren van de Gebeure in de jaren zeventig en tachtig.
Plezant natuurlijk, zo’n wild idee op een trouwfeest, maar een maand later was het al carnaval. Op korte tijd zou er nog heel wat gerealiseerd moeten worden! De Gebeure maakten allerlei figuren in hout en karton, maar konden hun wagen pas op de zaterdagmiddag van carnaval monteren. Voorzitter Julien Borremans moest in de voormiddag nog groenten en fruit leveren met zijn camion. Pas daarna kon het voertuig omgevormd worden tot carnavalswagen. De Gebeure kozen als eerste thema de vrolijke dokters. Ze hadden zelfs een reus mee die de legendarische dokter Le Compte moest voorstellen en pietje de Dood werd voortgeduwd in een kruiwagen. Voor al wie geboren is in de 21ste eeuw… Herman Le Compte was in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw een fenomeen. De excentrieke dokter beweerde dat hij 1000 jaar ging worden door elke dag biergist en vitamine C te slikken. Toch stierf hij al in 2008 aan een hartstilstand. 922 jaar te vroeg.
Jean-Pierre Dedobbeleer herinnert zich nog goed hoe koud het was op 28 maart 1976: “Mijn broer en ik stonden bovenop de camion. Om de kou te trotseren, zijn we whisky beginnen te drinken. Ik kan mij van de carnavalstoet niks meer herinneren na onze passage aan de Harmonie (zaal op de Sint-Rochusstraat, later dancing Exedra en nu -hoe kan het anders- een appartementsgebouw). Dei ieste joere emme we serjuis et verke eutgange.”
BONANZA IN HALLE
Na hun eerste carnaval organiseren de Gebeure in zaal Lindegroen in Buizingen een nieuwjaarsréveillon om geld in kas te krijgen. Later wordt dat een steakkermis in een zaaltje vlakbij de vijver in Essenbeek, waar nu stoffenwinkel Sammtex is. Ze denken ook al aan merchandising, want de Gebeure verdelen stickers met daarop een getekende afbeelding van hun reus dokter Le Compte. Later ontwerpt Jean-Pierre Dedobbeleer het officiële logo van de Gebeure dat nog steeds gebruikt wordt. Het stelt twee buren voor die over de tuinafsluiting tegen elkaar oen ‘t lameire zèn.
In 1977 laten de Gebeure zich inspireren door Bonanza, toen een razend populaire westernserie op tv. Jean-Marie Dedobbeleer en zijn team bouwen Ponderosa na, de ranch van Bonanza en ze monteren een houten boerderij op een oude Ford Transit. Hun reus stelt deze keer een cowboy voor, alleen bleek het geen goed idee om zijn hoofd in plaaster te maken. Carnavalisten hebben geregeld een zwaar hoofd, mo teis was ter ouver. Het cowboyhoofd was veel te zwaar en dus besloten de Gebeure om 2 dagen voor carnaval nog snel een hoofd in papier maché te fabriceren. Het exemplaar in plaaster leggen ze aan de voet van Servais (standbeeld op de Grote Markt). De manne van ‘t stad emme nog famuis stoen dasjtere ve daane kop in uile camionet te steike. Et was gin avans. Zemme eum ter plosje kapot geslouge.
De Gebeure wilden opvallen en hadden 35 echte paarden mee in de stoet. Bedoeling was dat één van die paarden ook een fraai gerestaureerde huifkar zou voorttrekken, maar verder dan de Biezeweide is dat paard niet geraakt. Het bleek veel te gevaarlijk, zo lezen we dat jaar in de krant: Het gedrag van het paard heeft ons er toe genoopt zélf de kar te trekken. Men gooide voortdurend met bommetjes zodat ons paard ongedurig werd. Wij kregen van het publiek toen applaus omdat wij onze eigen paardenkracht moesten aanspreken. Toch doen wij een oproep tot de toeschouwers. Alstublieft, werp geen voetzoekers of knalbommetjes meer!” Carnaval was toen heel wat minder proper dan nu. Behalve met confetti werd er zelfs nog met bloem gegooid en ook de voetzoekers of knalbommetjes waren een echte plaag. Is het geen goede zaak dat dergelijke smeerlapperij -samen met de spuitbussen- aan banden is gelegd?
EN ‘T GOE VOESJ
In 1978 ziet de harde kern van de Gebeure er als volgt uit:
Julien Borremans (voorzitter)
André Bousier (erevoorzitter)
Jacques Allaert (secretaris)
Jean-Pierre Dedobbeleer (feestbestuurder)
Jean-Marie Dedobbeleer & Réne Bardijn (wagenontwerpers)
Lut Allaert (kostuumontwerpster)
Willy De Vroede (showman)
Voor de carnavalsstoet van 1978 kiezen ze voor het thema Mickey Mouse, één van de bekende tekenfilmfiguren van Walt Disney. De gezichten van Mickey Mouse worden gemaakt op ballons bekleed met papier maché. De char wordt gemonteerd op een kar van de Mariaprocessie en stelt een sprookjeskasteel van Walt Disney voor. Het kasteel was gemaakt in hout. In de beginjaren werkten de Gebeure vaak in hout, een materiaal waar wagenbouwer Jean-Marie Dedobbeleer als schrijnwerker erg mee vertrouwd was. Helaas kregen ze in de stoet weer af te rekenen met pech. Deze keer was het geen paard dat de char moest voorttrekken, maar een oude Ford Mustang. Die krijgt het hard te verduren. De houten constructie blijkt loodzwaar om voort te trekken. En jawel, de riem van de waterkoeling begeeft het onderweg. Op zo’n moment moet je creatief zijn. En je gelooft het nooit. Een nylonkous brengt redding!
1979 wordt het jaar van de Poppencarroussel. Meteen vallen de knappe kostuums op. De Gebeure doen hiervoor een beroep op een professioneel confectiebedrijf. Een kostelijke zaak. En dus gaan ze al snel op zoek naar een alternatief. Eén van de Gebeure was Mady van Breedhout. Zij was naaister van beroep en zou tot in 1987 de kostuums maken.
De groep heeft geld nodig en dus wordt er van alles georganiseerd. Tijdens het laatste weekend van augustus bv. een barbecue op de parking van café Oud Rodenem. Maar na 2 jaar barbecuen in de regen en weinig opbrengst, schakelen de Gebeure over op een indoor kippenfestijn. Ook het gastronomisch wildweekend van de Gebeure (in 2019 al voor de 43ste keer!) kent een lange geschiedenis: “Een goeie kameraad van ons was chef-kok bij Fabricom. Samen met hem gingen we op zoek naar een originele eetkermis. Er waren al pensenkermissen genoeg. En zo kwamen we op fazanten en everzwijnen uit. Op onze eerste wildkermis in de Kleine Ardennen in Buizingen hadden we wel geteld 45 couverts. Nu is het 3 dagen vollen bak. Het gaat er in onze keuken bijna zo gedisciplineerd aan toe als in een sterrenrestaurant!”
Het stamcafé of clublokaal van de Gebeure is al jaren taverne Lamme Gisj, maar dat is niet altijd zo geweest. In de beginjaren kon je hen vooral vinden in ‘t Rustig Hoekske, ba Ocula. Daarna was hun lokaal achtereenvolgens in de Korte Vest, café De Sim (in de Zuster Bernardastraat) waar ze nog bakschietingen hebben georganiseerd en in café ‘t Park bij Jean Verdoodt die toen bij Halattraction was.
1980 wordt een jaar in mineur. Wagenontwerper Jean-Marie Dedobbeleer komt door een ongeval in de schrijnwerkerij met zijn hand in de plaaster terecht en meteen ligt de groep op apegapen. De Gebeure zullen dat jaar zonder char naar buiten komen. Wél nemen ze in 1980 nog deel aan de tweede carnavalsstoet van Zemst met hun knappe kostuums van de Poppencarroussel. Intussen is er van het carnaval in Zemst al lang geen sprake meer.
Wemme kaa is zeker van toepassing op carnaval 1981. De Gebeure zijn verkleed als pinguïns en als char bouwen ze een ijsberg met pinguïns, gemaakt van plaaster. Steeds meer groepen proberen hun technisch vernuft te tonen (onder meer de Zavelkoppen waren meesters in beweging op de char) en dus proberen ook de Gebeure hun pinguïns op en neer te doen bewegen. Met een autopomp van een oude Lada proberen ze met perslucht een pinguïn naar boven te krijgen. Dat lukt. Maar die pinguïn hebben ze na die ene keer naar boven niet meer teruggezien…
E VRIET TUUVENEIRKE
Met het thema ‘e vriet tuuvenèrke hè joenges’ duiken de Gebeure in 1982 in de wereld van de goochelaars of skamoteurs. Op de char die wordt voortgetrokken door een in het goud geschilderde tractor, zijn voor het eerst al enkele figuren in isomo te zien en ook van het showoptreden op de Grote Markt wordt werk gemaakt. De Gebeure gaan dat jaar les volgen in een dansschool in Anderlecht om de choreografie onder de knie te krijgen. Uit dit carnavalsjaar is de volgende discours bewaard:
vele jaren geleeën
Werden de gebeure geboren
Na de gebruikelijke weeën
Z’hebben ondertussen en vele keren
Al vanalles moeten proberen
Om ne prijs te kunnen garneren
Z’hebben voor dit jaar
En ‘t viel in de smaak, ‘t is waar
E vriet tuuveneirke aangenomen
Ze zijn er nog niet van bekomen
Zijn allereerste tuuvering
Was al direct een mislukking
De resultaat van zijn misbaksel
Is te zien in de volgende kortège
En worden de Gebeure getuuverd
Half in zot en half in manège
En de inzet wordt beloond. Want voor het eerst behaalt de groep een plekje in de top 5 van het Halse carnaval!
De goede uitslag werkt motiverend. De char van 1983 wordt al volledig gemaakt in isomo of piepschuim: ze goen uile een eireke riskeire. We zien o.a. grote carnavalesk uitgewerkte solsleutels, muzieknoten en muziekinstrumenten. Qua kostumering wordt gekozen voor een parodie op de intussen gecontesteerde black & white minstrel show. Dat was in de jaren 60 en 70 een populaire tv-show op de BBC waarbij blanke mannen in koddige showkostuums en blackface-vermomming variétéliedjes zongen. De char werd in moeilijke omstandigheden gemaakt bij Jules Fladder in een open schuur in ‘t Veugeleer: “Het was afzien in de winterkou. We hadden enkel een dak boven ons hoofd. We schilderden toen nog alles met borstels en waterverf. Van verfpistolen was nog geen sprake.”
Voor de Gebeure wordt deelnemen aan de carnavalsstoet stilaan een serieuze zaak. Voor hun char van 1984 gaan ze op verkenning in het Speelkaartenmuseum in Turnhout. Est na uuger of lieger wordt een parodie op het succesvolle tv-programma Hoger Lager van Walter Capiau waarin speelkaarten een belangrijke rol spelen. De Gebeure nemen volop foto’s in het museum zodat hun schilder Jan Volcke de speelkaarten getrouw kan naschilderen. Het worden stevig uit de kluiten gewassen figuren uit het kaartspel zoals de dame, de heer en de boer die bovendien ronddraaien op de char. De figuren waren uitgezaagd in de schrijnwerkerij van Jean-Marie Dedobbeleer en nadat ze beschilderd waren, werden ze gemonteerd op een kamwiel dat kon bewegen met de module van een ruitenwisser (!) Ja, creatief zijn ze wel, die charbouwers van het Halse carnaval. De kostuums pasten perfect in het thema. We zien de verschillende personages van het kaartspel, maar de jury van Halattraction was minder overtuigd en vond het geheel nogal stijf: “het deed eerder aan de Mariaprocessie denken dan aan carnaval” was de kritiek.
CARNAVALIBI
De Gebeure laten het niet aan hun hart komen en blijven in goede doen met in 1985 een 7de plaats voor moesteik, een char vol krekels, mieren en lieveheersbeestjes. Jean-Pierre Dedobbeleer is in die periode voorzitter en hij vertelt: “Toen gingen we met onze char ‘s avonds nog op kroegentocht. Ondenkbaar nu. Maandagnacht keerden we met de char zelfs terug naar de Grote Markt. Toen stond die nog niet zo vol als nu. Carnaval werd vooral in de cafés gevierd en niet alleen in het centrum. Ik weet nog goed. Jean van café De Post wou om 3 uur de deuren dichtdoen. Dat was veel te vroeg voor ons. Toen hebben we letterlijk de deur uit zijn café losgemaakt en voor het standbeeld van Servais gezet! We waren schavuiten, dat geef ik toe. Ook de tafel van Tastendeuvel hebben we meer dan 1 keer gestolen, maar achteraf teruggebracht natuurlijk…”
1986 wordt een succesvol jubileumjaar 11 joer op onzen ood met veel champagne én een 5de plaats. Intussen krijgt de groep volop aanbiedingen van firma’s die kostuums, confetti maar ook stoffen, pruiken en schmink willen leveren. De Las Fiëstas van de jaren tachtig heet Kreami en heeft een tijdje een carnavalswinkel in de Vandenpeereboomstraat.
In 1987 experimenteren de Gebeure naar het voorbeeld van topgroepen als Dei van Sinte Roukes en de Boerkes met polyester. En het resultaat mag gezien worden. Toch blijft de concurrentie groot en “Jantje Moen zitj achter slot” is goed voor een zesde plaats in de rangschikking. Met die char trekken ze de zondag daarop nog naar de carnavalsstoet van de Hespendrogers in Gooik, intussen ook al lang ter ziele gegaan: “We reden dat jaar ook met onze camionet mee in de stoet, die onderweg veel olie begon te verliezen. De Raar Charels die achter ons liepen met hun knappe bedevaartskostuums waarvan de knieën over de grond sleepten, waren daar écht niet mee opgezet.”
Waren ze toch een beetje teleurgesteld met het resultaat? Zat de mot erin? In 1988 neemt Jean-Marie Dedobbeleer na 10 jaar het voorzitterschap van zijn broer Jean-Pierre over. De groep is intussen verschillende leden kwijt en de volgende char (zonder polyester) komt in amper 14 dagen tot stand en zal toch nog een 9de plaats behalen. Een straffe prestatie! Op de wagen zien we een variant op het logo van het pretpark Walibi en ze maken aan beide kanten het woord ‘karnavalibi’ in grote carnavalesk uitgewerkte letters met grappige handjes, gemonteerd op een buis van wel zes meter lang.
Voor 1989 is de ambitie alweer wat groter. Met het thema “lotsj de pjeire moe luupe, we zulle weile wel de poen schèupe” kiezen de Gebeure voor de mondaine wereld van Waregem Koerse. Voor de char halen ze de mosterd bij de vrienden van Aalst. Haalden de Raar Charels in 1987 het idee voor hun bedevaartskostuum bij een uitbeelding van de Blaa Biskoppen het jaar voordien in Aalst, in de knipselmap van de Gebeure vind ik een advertentie van het Aalsters Karnavalverbond dat 60 in isomo gebeeldhouwde paardjes verkoopt van Schiefregt’oever, de winnaars van Aalst carnaval in 1988. En jawel, de paarden op de char van de Gebeure in de carnavalsstoet van 1989 lijken op het Aalsterse voorbeeld.
Zelfs zonder sociale media of internet, moet het enkele concurrerende groepen opgevallen zijn want op 14 maart 1989 schrijft voorzitter Jean-Marie Dedobbeleer een boze brief: “Wie krijgt het in zijn hoofd zulke lasterende taal over onze praalwagen uit te kramen? Na 14 jaar karnavalstoet behoor je reeds tot de gevestigde waarden in Halle en weet je aan welke regels je je dient te houden. Is het uit jaloersheid? Om alle onzekerheden uit de weg te ruimen, nodigen we iedereen uit, dewelke ook maar de minste twijfel heeft over het eigenhandig vervaardigen van onze char, kontact met ons op te nemen. We zullen onze volledige boekhouding voorleggen, met de aankopen van alle materialen, plaatsen waar alle onderdelen vervaardigd werden, de werkplaats waar de char gemonteerd en geschilderd werd.. Hopend hiermede klaarheid te hebben gebracht in deze triestige situatie, tekenen wij met karnavaleske groeten.” Wanneer ik Jean-Marie 30 jaar later vraag hoe de vork écht in de steel zit, geeft hij toe dat de Gebeure destijds wel geteld 1 paardje van Schiefregt’Oever hebben gekocht om te leren hoe ze zo’n paard in isomo moesten maken: ” Dus ja, we hadden onze paarden zelf gefabriceerd. Voorts zag onze char er helemaal anders uit en gewonnen hebben we ook al niet, toch waren we erg tevreden met onze 5de plaats!”
AARE OF JOENGERE
Terwijl steeds meer Halse groepen chars in polyester maken -ze worden in de jaren 90 en 2000 het handelsmerk van het Halse carnaval- blijven de Gebeure bijna als enige zweren bij piepschuim. Ze worden er alsmaar bedrevener in. Ook de voor Halle zo kenmerkende fluokleuren doen hun intrede in de carnavalsstoet en dat merk je al volop in de keekekotchar van 1990: aare of joengere, goed voor een 8ste plaats, 1e in categorie B en daar prijs voor beste char.
De Gebeure vestigen zich definitief als topgroep in 1991 met alweer een 5de plaats voor hun grootste char ooit. Een lange wagen vol groenten en fruit en 11 ronddraaiende kaa schoutels. Die levert hen 60.000 frank op van de jury, lezen we in De Streekkrant. De winnaars (De Boerkes) krijgen dat jaar 111.000 frank + 30.000 frank voor de premies beste char & kostuum. Ook in 1992 blijven de Gebeure hangen op de 5de plaats met “gebisj van de Zenne”. Het waren toch wel erg bizarre beestjes die ze uit de Zenne hadden opgevist. Nu ja, het is bekend dat er in de Zennevallei speciale bacteriën in de lucht hangen, die niet alleen de unieke brouwels van de Lambiekbieren mogelijk maken, maar misschien ook de bijzondere aanleg voor carnaval bij de Vaantjesboeren verklaart. Wie weet! Het gebisj is 69.000 frank waard voor de jury van Halattraction, de winnaars kregen intussen al 122.000 frank.
In 1993 kiezen de Gebeure voor het thema d’r zitj muzeek in. Pascal Scalle Breyssens was intussen overgekomen van Dei van Sinte Roukes en kon de groep overtuigen om opnieuw te experimenteren met polyester: “De dominantie van de polyesterchars was intussen zo groot, dat we ervan overtuigd waren dat we nooit een eerste plaats konden ambiëren als we in isomo bleven werken.” vertelt Gunther Simons die eind jaren 90 nog even voorzitter zal zijn van de groep. Het eerste jaar wordt geen succes, ze zijn het werken met polyester nog niet gewoon en moeten hun char met trommels en een piano nog retoucheire met piepschuim. Resultaat: toch nog een tiende plaats.
Ook het volgende jaar proberen de Gebeure het werken met polyester onder de knie te krijgen, maar hoger dan een 9de plaats geraken ze niet met hun kermisthema ‘tes gruute fuur’, ze bouwen o.a. de befaamde inktvismolen na in polyester. Dan doen ze het in 1994 toch al beter met een vijfde plaats in de showwedstrijd Halle Op Losse Schroeven, die dat jaar wordt gewonnen door de Halse Dansmariekes.
Zingen doen de Gebeure intussen ook al. Niet zo bekend misschien is dit liedje op de melodie van de Marie-Louise van Bart Kaëll :
De Gebeure goen altijd op en nèi
Van nummerke 5 tot op 1
Moe van ien ding kunne we zeiker zèin
Es da de Gebeure er altijd zèin
We werke dag en nacht
Voe der te komme
De vraa zal koet zèn
Mo we goen er mei dui
Nog 2 doage goeget duure
Dèn zal het gebuire
ISOMO FOREVER
De Gebeure maken intussen hun char bij een boer in de Haagstraat. Die was niet opgezet met de chemische polyestergeur: “Ik weet nog hoe we kleem maakten in een oude vleesmolen van slagerij Sampoux. In die tijd gingen we op de dinsdagmorgen van carnaval met de laatste overlevenden van de groep pensen eten bij Sampoux op Sint-Rochus. En daarna nog koffiekoeken eten bij bakkerij Stevens op ‘t chaussei Nivel. Na al dat bier. Daar moest je een gezonde maag voor hebben!” lacht Jean-Marie Dedobbeleer. Op vraag van de huisbaas, zetten de Gebeure een punt achter hun polyesteravontuur en helpen tijdens het werken aan hun volgende char zelfs een kalfje op de wereld te zetten: “Toen stonden we daar als carnavalsgroep een kalf uit een koe te trekken, ongelooflijk!”
En zo keren de Gebeure terug naar hun oude liefde, de chars in piepschuim. Met achtereenvolgens safari in den hof met tropische vogels en vuurvliegjes die tussen de palmbomen fladderen (11e plaats in 1995), een uitbeelding van de populaire tekenfilmserie The Simpsons (10e plaats) in 1996 en ast kreebelt moeje skiën, een variant op de slogan ‘als het kriebelt moet je sporten’, een carnavaleske uitbeelding van de Olympische Winterspelen, goed voor een 8e plaats in 1997.
Intussen staat stilaan een nieuwe generatie klaar bij de Gebeure om het roer over te nemen. Enkele pioniers en sterkhouders van het eerste uur blijven actief, maar ze geven aan de jeugd de kans om hun ding te doen. Zo zullen eerst Gunther Simons en daarna Danny Sluys (vanaf 1999 tot nu) een indrukwekkend vervolg schrijven aan de geschiedenis van HKV De Gebeure. Dat begint al met een overwinning in de verkiezing van de beste Halse dragqueen tijdens de showwedstrijd Halle op Losse Schroeven in 1997. Danny Sluys wordt eerste, Gunther Simons tweede.
De Gebeure steken een serieus tandje bij in hun jubileumjaar 1998: noe 22 joer luupe we mè 22 toete dui d’Halse stroete. Als geestige banketbakkers duwen ze grote taarten voort versierd met honden die verdacht veel lijken op de Amerikaanse tekenfilmfiguur Droopy. En zo duiken de Gebeure opnieuw de felbegeerde top 5 binnen, al beginnen ze zich toch wel af te vragen: zal het ooit eens lukken om nog een plaatsje hoger te geraken met een char in isomo?
In 1999 halen De Gebeure inspiratie bij de invoering van de euro en op de char zie je hoe draken een geldschat proberen te stellen, goed voor een 7de plaats. Intussen slagen ze er steeds vaker in om hun char te verkopen, wat weer voor extra spaargeld zorgt: “3 jaar op rij verkopen we onze wagen aan een groep in Hulst, net over de grens in Nederland. Het was telkens een heel karwei om de char tot daar te krijgen. Maar een char in isomo is minder stevig en lokt minder kopers dan de wagens in polyester. Meestal verkopen we slechts enkele afzonderlijke figuren, bv. aan winkeliers die hun etalage in de carnavalsperiode willen opsmukken”, vertelt Gunther Simons in Het Nieuwsblad. De wagen wordt na carnaval dus meestal volledig afgebroken: “We hebben zelfs enkele keren onze char verbrand aan Hof Ter Meeren in Pepingen. Dat zorgde voor een enorme rookpluim. Intussen is ons milieubewustzijn gegroeid en natuurlijk doen we dat niet meer”.
In 1999 maken de Gebeure het de mannen van Halattraction niet gemakkelijk door met hun kandidatenkoppel onverwacht de finale van de prinsenverkiezing te halen. Jean-Marie Dedobbeleer ging voor prins en Danny Sluys verkleed als vrouw (Daniella Sluys) ging voor de titel van prinses. Uiteindelijk wonnen Jurgen Simons en Annick Sluys van de Mannen van de Met met 744 punten, Jean-Marie en Daniella hadden toch nog 600 punten én opvallend veel stemmen van het publiek.
In 2000 duiken de Gebeure opnieuw de top 5 binnen met oei oei oei op kètten tijd. Vergeet de roepie roepievogel uit de legendarische ornithologensketch van cabaretier Toon Hermans. De Gebeure lanceren in 2000 de oei oei oei vogel. Een vogel met veel te korte pootjes. Wanneer hij na het vliegen op de grond probeert te landen, schuren zijn ballen over de grond en dan roept hij: oeioeioei! Het verhaal achter de oei oei vogel heb ik gek genoeg nooit in de krant mogen lezen in die tijd ?
Het jaar 2000 levert De Gebeure ook hun eerste prinsenpaar op. Tijdens een spannende verkiezingsstrijd tussen 20 kandidatenkoppels trekken Werner Sluys en Cindy Hannon aan het langste eind.
NOE 25 JOER DOEME VOESJ
Stilaan schakelen de Gebeure een verschakeling hoger en ze bereiden zich voor op het grotere werk. Wordt de prinsenverkiezing in 2001 geen succes voor kapper David Gremmelprez en Veerle Weemaels, in de carnavalsstoet gooien de Gebeure wél hoge ogen en ze behalen hun hoogste plaats ooit in de rangschikking. Met het thema al 25 joer in zie mè carnaval behalen ze de 4de plaats én de prijs voor beste show in categorie A. De char stelt een bruisende onderwaterwereld voor met ronddraaiende vissen, kreeften, krabben enz…
In 2002 gaan de Gebeure als behangers in de stoet, letterlijk en figuurlijk famuis getappeseid stranden ze op een 6de plaats. In de prinsenverkiezing eindigt hun kandidatenkoppel Gunther Simons en Veerle Wemaels tweede, net zoals de groep dat jaar ook tweede wordt in de showwedstrijd Halle op Losse Schroeven.
In 2003 doen de Gebeure nog beter en ze winnen voor het eerst de showwedstrijd. Ze hadden een dansnummer in elkaar gebokst waarbij vooral hun witte bolhoeden en handschoenen onder de blacklights voor een speciaal effect zorgde. “We hebben 8 zondagen gerepeteerd tussen ons andere carnavalswerk door” verklaart Werner Sluys in Het Nieuwsblad.
Maar 2003 wordt ook het jaar van slager Luk Pieters, broer van Dirk Pieters, in die tijd burgemeester van Halle. Luk wordt voor HKV De Gebeure prins carnaval in 2003. Zijn prinses wordt Carine Michiels van de Smosjterpotten. Hij slaagt erin om voor de rode draadproef van de prinsenverkiezing meer dan 4500 kilo (!) ijsblokjes naar CC ‘t Vondel te sleuren.
De Gebeure worden in Het Nieuwsblad geportretteerd als kunstenaars van het piepschuim. Thema dat jaar: azuu een cirk! Ze beloven met hun 40 leden een gevaarte van 25 meter lang en 4 meter hoog met kostuums die doen denken aan Cirque du Soleil. Ze worden beloond met een vierde plaats in het klassement.
In de zomer van 2003 organiseert Halattraction een zeepkistenrace in de Sint-Rochusstraat. Hier geen overwinning voor de zeepkist van prins Luk I, maar zijn zoon Bram Pieters valt wél in de prijzen. Hij wordt Hals kampioen buikschuiven en glijdt met zijn sixpack gezwind over de bruine zeep.
VEIL NOUTE OP UILE ZANG
Het carnavalsseizoen van 2004 trekt zich op gang met “de Harmonie es wei oupet”, de 4de revue van de Halse Carnavalraad. In de revue ontdekt Gebeure-pionier Jean-Marie Dedobbeleer zijn acteertalent. Tot op vandaag vormt hij samen met Eddy Matton, stichter van de Froesjeleirs het onafscheidelijke komische duo Jean en Julien. De Gebeure leveren steevast een belangrijke bijdrage aan de revue. Niet alleen zorgen ze bij elke editie voor het gemotiveerde toogpersoneel, we zien de Gebeure ook zingen en acteren of grappige, zelfs spectaculaire acts brengen. Denk maar aan Werner, Danny, Jean-Marie en Luk die als Oude Heren ondeugende liedjes over ons schepencollege zingen: Dirkske zag eens pruimen hangen. Of later de straffe zang-en acteerprestaties van Wouter Vandercammen. Ook Veerle Weemaels en Menzo Sluys zijn intussen op het revuepodium gesignaleerd.
2004 kondigt zich alvast succesvol aan met een tweede overwinning in de showwedstrijd Halle op Losse Schroeven, deze keer met een show in Anton aus Tirolsfeer: “Onze combinatie van show en humor slaat aan”, laat Jean-Marie Dedobbeleer optekenen in De Streekkrant: “Bij de show hoorde ook een liedje. De tekst werd geschreven door onze voorzitter Danny Sluys. De opnames in de studio namen een ganse nacht in beslag.”
7 koppels willen in 2004 prins en prinses carnaval worden. Voor de Gebeure doen Bram Pieters en Peggy Saerens mee. Mocht Bram winnen, dan zorgt hij voor een primeur door één jaar na zijn vader met de pluimen te gaan lopen. Bovendien zou hij de jongste prins carnaval ooit worden. Het draait anders uit. Brampie en Peggy haalden net niet de finale. Ook carnaval zelf draait uit op een kleine teleurstelling. Het niveau van de Halse chars ligt zo hoog dat de Halsen Disney, alweer een indrukwekkende constructie van de Gebeure, tevreden moet zijn met een zesde plaats.
2005 kan al niet meer stuk wanneer de Gebeure er na de Froesjeleirs, de Dansmariekes en de Mannen van de Met als vierde groep in slagen om de wisselbeker Edmond Demesmaeker definitief in ontvangst te nemen na een 3de overwinning op rij in de showwedstrijd van Halle op Losse Schroeven.
Maar daar blijft het niet bij. Na een strijd tussen 4 kandidatenkoppels komen voorzitter Danny Sluys en Veerle Weemaels van de Gebeure als winnaars uit de verkiezingsstrijd. Voor de rode draadproef moesten Danny en Veerle op zoek gaan naar zoveel mogelijk muntstukken van een halve Belgische frank en in dat opzet waren ze zeker geslaagd. Samen met de andere kandidaten haalden ze 20 kilo bij mekaar. Danny Sluys was door het dolle heen. 22 jaar na zijn vader Herman en 5 jaar na zijn broer Werner was het nu zijn beurt om prins van Halle te zijn. Voor de broers, allebei ook getalenteerde voetballers, is het nochtans geen evidentie om beide hobby’s te combineren. Alleszins, het prinsenjaar van Danny en Veerle werd bezegeld met een eerste overwinning in categorie A van het Halse carnaval. De Jamaicaanse yo man show zorgde voor een eerste overwinning in het Halse carnaval met een char gemaakt van piepschuim. Ook de prijs voor beste kostuum ging in 2005 naar de Gebeure.
Het begint stilaan een gewoonte te worden. Het carnavalsjaar 2006 begint voor de Gebeure alweer met een overwinning in de showwedstrijd Halle op Losse Schroeven, deze keer met een parodie op de Blues Brothers. Terwijl een digitaal bewerkte foto van prins Danny op de carnavalsaffiche van 2006 prijkt, laten de Gebeure de verkiezingsstrijd dit jaar over aan de andere groepen. Wél zorgen Danny en Veerle op de avond van de prinsenverkiezing nog voor een keekebisjmoment door met hulp van de Gilles de verbranding van hun heerschappij al in gang te steken in CC ‘t Vondel. In de carnavalsstoet behalen ze een 3e plaats met een muzikaal thema en de zelfrelativerende titel wemme veil noute op onze zang. Behalve een indrukwekkende dj-set zien we ook trompetten, percussie en gitaren in isomo. Alweer een pareltje!
HALLE OP STELTEN
In 2007 staan 13 kandidatenkoppels klaar om prins en carnaval te worden. Na een marathonverkiezing (de proeven beginnen al in de namiddag en duren tot een stuk in de nacht) kunnen de Gebeure alweer het nieuwe prinsenpaar leveren. De jonge Ken Dedobbeleer (zoon van pionier Jean-Marie Dedobbeleer) en zijn vriendin Jenny Bouez rijven de overwinning binnen. Voor Het Laatste Nieuws mogen de kersverse bekende Hallenaren Ken en Jenny hun favoriete plekjes voorstellen. Als favoriet café kiezen ze niet onverwacht voor hun stamcafé Lamme Gisj, hun favoriete winkel is ook al geen verrassing… beenhouwerij Pieters. Maar als favoriet restaurant kiezen Ken en Jenny zowaar voor…frituur Biezeweide!
Kindercarnaval 2007 levert de Gebeure ook hun eerste mini-prinses op. Lieselotte Breyssens is negen jaar wanneer ze het kroontje van mini-prinses mag dragen.
Bij Halle op Losse Schroeven moeten de Gebeure deze keer de overwinning aan de Konfetis laten. In het klassement op Krottemondjag behaalt de groep een 2de plaats met in uugere sfeire : een char in de sfeer van vliegtuigen en parasailers. De Maskottes winnen carnaval 2007.
2008 wordt het jaar van de Sponsje fiësta. In de jaren 80 een populair evenement van carnavalsgroep Dei Van Sinte Roukes, in 2008 gebombardeerd tot thema van de Gebeure. Ze pakken alweer uit met een indrukwekkende -door de jury ietwat ondergewaardeerde- char en schitteren als toreadors of stierenvechters in de Halse stoet, maar de Gebeure moeten tevreden zijn met een 5de plaats. Ze herinneren zich vooral de receptie van Fredy Vanvolsem en Annie Vermeulen, twee oudgedienden van Dei van Sinte Roukes die in 2008 peter en meter zijn van de char. Fredy en Annie (peiter en meiter Tik) trakteren op sangria en veel leden van de Gebeure spreken na die avond niet alleen vloeiend Spaans, de man met de hamer was een senor met een wel heel zware snor… Olé!
Carnaval zit in de genen, schrijft de krant De Zondag in 2009. En dat moet kloppen als je ziet wat de Gebeure in hun jubileumjaar proberen te verwezenlijken: 33 joer, we zette Halle op stelte! Verschillende leden van de Gebeure leren zelfs op stelten lopen, maar ze zien af in de stoet. Tot bloedens toe, ni afgeive om de groep te doen schitteren.
Het wordt een topjaar. Oké, een overwinning in Halle op Losse Schroeven zit er niet in, daar gaan de Vedetten met de eerste prijs lopen en ook de prinsenverkiezing wordt geen succes met Christophe Lauwers en Peggy Saerens als kandidatenkoppel, maar dat is snel vergeten als ze op Krottemondjag de uitslag horen afroepen. Eerste plaats in categorie A, inclusief prijs beste char en mooiste kostuum. Al moeten we correct zijn. De Gebeure komen voor hun 33ste verjaardag niet met één maar met 2 lange chars naar buiten. Voorzitter Danny Sluys vertelt trots in Het Laatste Nieuws:
“In totaal hebben we 8 delen met 150 verschillende modellen. Goed voor een lengte van 52 meter. De modellen verwijzen naar de thema’s die we de voorbije 33 jaar gebruikten. In onze geschiedenis leverden we al 4 prinsenparen af. Ook die worden in karikatuurvorm afgebeeld op de char. Ook onze kostuums zullen mooi verlicht zijn. In de outfits zijn 640 lampjes verwerkt. 33.000 watt aan lichtjes zal onze chars verlichten.”
Nico Van Tricht, de Belleman van het Halse carnaval, maakt de passage van de Gebeure in de stoet nog grootser, door als individueel in de stoet zijn bijdrage te leveren. Hij brengt met een kleine char (gemaakt in z’n ééntje, met veel steun van z’n Bellevraa en Belleke Kyara!) een gewaardeerde hommage aan 33 jaar Gebeure.
Terwijl tv-commissaris Witse in de carnavalsstoet van 2009 een moord oplost, hebben de Gebeure met hun jubileumchars minstens evenveel bekijks. En vooral… de volgende 10 jaar zullen de Gebeure geen rustig carnavaljaar meer kennen. Elk jaar duiken ze op in de top 3 van het Halse carnaval!
IN GUIRE EN KLUIRE
Geen 2 chars, maar alweer een knappe constructie én flashy discokostuums waarmee De Gebeure meelopen in de carnavalsstoet van zondag 14 maart 2010. Nuja meelopen, we zien zelfs enkele Gebeure op rolschaatsen! Ze brengen met studio 34 (de groep bestaat 34 jaar) een parodie op de extravagante discoparty’s van studio 54. Ze worden beloond met een 3de plaats en de prijs van beste show. De Mannen van de Met die hun 22-jarig bestaan vieren, behalen in 2010 de eerste plaats.
2011 wordt nog maar eens een bijzonder jaar voor de Gebeure. Werner en Cindy vieren hun prinsenjubileum (11 jaar prins en prinses) en de groep belooft een tandje bij de steken. Dat lukt alvast tijdens de prinsenverkiezing. Alweer zijn het 2 leden van de Gebeure die na een intense strijd tussen 5 kandidatenkoppels tot prins en prinses carnaval worden gekroond. Wouter Vandercammen en Inneke Dedobbeleer weten niet wat hen overkomt. Het Nieuwsblad schrijft: “Juf en meester worden prins en prinses. Kersvers prinsenpaar geeft les in dezelfde school. Allebei 24 jaar en van opleiding regent lichamelijke opvoeding.” Alweer een prinsenpaar bij in de groep, het geeft De Gebeure vleugels en jawel… de char en kostuums worden weer de moeite.
Halle is nog in de ban van zijn deelname aan het programma Mijn Restaurant op VTM. Maar het rijdende restaurant dat de Gebeure voorschotelen is nog nét iets indrukwekkender, want ze gaan alweer voor 2 chars. De eerste constructie bestaat o.a. uit het jubilerende prinsenkoppel uitgewerkt in grote karikatuurfiguren én een carnavaleske keuken waarin je Werner en Cindy ziet koken met échte ingrediënten. Daarna komen de andere leden van de groep met opvallende kostuums waarrond gedekte feesttafels zijn gemonteerd. En tenslotte volgt natuurlijk nog een pièce montée va ne char in de restaurantsfeer, boordevol zotte koks en grappig uitgewerkt keukenmateriaal. Resultaat: alweer een eerste plaats!
En daar blijft het niet bij want ook de zingende Oude Heren van de Gebeure: Danny, Werner, Jean-Marie en Luk zorgen voor een stunt en leveren met hun iete flosj dé meezinger van het jaar. Hun liedje krijgt ook de meeste stemmen in de Carnaval top 100 van de Halse radio Victoria en belandt op nummer 1!
STILTE VOOR DE STORM
Het nieuwe carnavalsjaar 2012 begint goed wanneer de Gebeure na 5 jaar nog eens de showwedstrijd Halle op Losse Schroeven kunnen winnen. Een kandidaat-prinsenkoppel stellen ze niet voor, maar carnaval zelf wordt alweer een toppertje. Als stoere motards veroveren ze de 3de plaats.
Op naar 2013 met alweer een 3de plaats én prijs voor beste show in categorie A met het thema allemaal beestjes. De groep doet het prima in de rangschikking, maar zit er nog een volgende overwinning in?
Als peter van de groep in 2014 maak ik zelf mee hoe de Gebeure op topniveau blijven presteren, maar ze doen dat intussen wel met een kleiner aantal leden, waardoor de druk op wie overblijft iets groter wordt. Ge moetj et moe doon. Al dei oavede en nachte in den hangar stoen fakke. Of moe blijve klisjel en oejes nooijn ba noenkel Herman. Wie niet vaak genoeg komt meehelpen, wordt daarop aangesproken. Nochtans maken ze het gezellig, met cava in het stikatelier en versgebakken pizza in den hangar. Om de memorabele J&B-nachten op donderdag niet te vergeten. Steeds vaker verbroederen de Gebeure ook met de vrienden van de Maskottes, die hun hangar een paar straten verder hebben. Tof die vriendschap in het Halse carnaval. Jawel, het kan!
Een beter thema kunnen ze niet kiezen in het jaar dat de peter van de char een kortgeschoren koppie heeft: we geiven er e knipke in. De Gebeure gaan in 2014 als coiffeurs in de Halse stoet. De wagen wordt een extravagant kapsalon. Gevolg: een tweede plaats en alweer prijs voor de beste show. Vooral de mannen en vrouwen met waanzinnige kapsels die onder de droger zitten vallen op. Je ziet dat Danny Sluys en z’n team alsmaar perfectionistischer worden. Ze kiezen voor grote, opvallende figuren op hun wagen (te kleine figuren die bijna onopgemerkt in elkaar overvloeien verzanden al wel eens in een kleurenbrij waarin het publiek niets meer herkent) en de Gebeure slagen erin om steeds betere isomosnijders te worden. De gezichten krijgen meer expressie, de kapsels worden grandioos. Daarbij laten ze zich inspireren door de poppen van Las Fallas, een bijzonder volksfeest in Valencia. Daar worden in de carnavalsperiode op verschillende pleinen in de stad grote constructies in piepschuim neergezet. Op de laatste dag van het festival gaan ze één voor één onherroepelijk in de fik.
Intussen hebben de Gebeure een nieuwe zanger in de groep. Prins Wouter. Hij scoort met carnaval 2014 zijn eerste grote hit “naa vleeg ik er wei in”. Samen met zijn schoonpa Jean-Marie Dedobbeleer en An Suenens van de groep zingt hij ook het stoetliedje in: “oh la la, de kwaffeur es maa oen ‘t kuire”. Met veel plezier word ik gebombardeerd tot vaste tekstschrijver van prins Wouter en de stoetliedjes van de Gebeure.
BUBBELS VA GAAD
Carnaval 2015 staat in het teken van de sluiting van het legendarische volkscafé Oud Rodenem. Prins Herman Sluys gaat met pensioen en stopt ermee. Veel carnavalsgroepen verliezen meteen ook een feestzaal waar honderden fuiven en eetkermissen werden georganiseerd. Natuurlijk zorgen de zonen Danny en Werner Sluys voor een verdiend eerbetoon. Niet alleen krijgt de originele toog van café Oud Rodenem een plaatsje in hun hangar, het einde van Oud Rodenem loopt als een rode draad door het carnavalsthema van de Gebeure. Het wordt één groot Hermanfest, een hilarische parodie op het Oktoberfest in München. D’r werd fameus wat afgejodeld met die grappige biervaten op hun hoofd! Opnieuw goed voor een 2de plaats!
In 2016 valt er weer wat te vieren. Voorzitter Danny Sluys en Veerle Wemaels zijn 11 jaar prins en prinses. Met het thema 11 joer blaat, mè bubbels va gaat zetten de Gebeure dat serieus in de verf. Het begint al met een dubbele overwinning bij Halle op Losse Schroeven. De groep wint de showwedstrijd, zanger Wouter wint samen met zijn kameraad van de Maskottes, prins John de liedjeswedstrijd met ‘ai ai yippie ya’, een Halse parodie op een hit van K3. Ook den Belleman en Bellevraa laten zich niet onbetuigd als zangduo. Hun ode aan het prinsenkoppel Danny en Veerle eulf joer gelein wordt een evergreen. Ze hebben net als andere meters en peters van de groep in al die jaren een speciale band opgebouwd met de Gebeure. Er bestaat zelfs een GSMP: Gebeurlijke Sosjeteit van Meiters en Peiters die bij speciale gebeurlijke gelegenheden als groep naar buitenkomt.
Kers op de taart wordt de 4de overwinning in hun geschiedenis. Een prijs voor beste char en mooiste kostuum maken het feest in 2016 compleet.
WOE BLIJVE ZE T’HOELE?
Terwijl de groep Dei van Sinte Roukes in de jaren 70 en 80 het Halse carnaval domineerde en de Mannen van de Met die rol in de jaren 90 en 2000 overnamen, zijn het nu de Gebeure die de overwinningen opstapelen. Ook in 2017 wint de groep de showwedstrijd Halle op Losse Schroeven en met het thema voesj mè de seerkoesj in een sprookjeswereld boordevol draken behalen ze alweer de eerste plaats en rijven ook de prijs binnen voor beste char en kostuum.
2018 begint al minstens even sterk. Na alweer 3 overwinningen op rij in de showwedstrijd Halle op Losse Schroeven, mogen ze als eerste groep in de geschiedenis de beker Edmond Demesmaeker voor de 2de keer definitief mee naar huis nemen. In het totaalaantal overwinningen in Halle op Losse Schroeven staat de stand tussen de Mannen van de Met en de Gebeure op 1 januari 2020 gelijk: 8-8.
Ook hun carnavalsthema van 2018 wordt fel gesmaakt. De Gebeure laten de legendarische ezelskoers herleven die in de jaren 80 werd georganiseerd door carnavalsgroep De Eizels. De uitslag is niet verrassend: alweer een eerste plaats met prijs voor beste char en kostuum.
Het stoetliedje Mè nen eizel op de Met wordt opgenomen in de studio van Christophe Severs, zoon van Paul Severs en is vaak te horen op de radio. Intussen kan iedereen het refrein wel meezingen zeker? Al scoort ook een andere versie van dat nummer. Met we zwooie ien en wei haalt mini-prins Menzo Sluys de 11de plaats in de Carnaval top 100 van de Halse radio Victoria. Jawel, de Gebeure hebben sinds 2018 ook een mini-prins in hun rangen. Menzo, zoon van voorzitter Danny Sluys heeft geen last van zenuwen. Hij voelt zich meteen thuis op het podium. Een showbeest en carnavalist pur sang. Het zit in de genen, jawel…
Het succes van de Gebeure werkt inspirerend. Terwijl Halle jarenlang bekend stond om zijn wagens in polyester, schakelen steeds meer groepen over op piepschuim. Het zorgt voor vernieuwing in de stoet, het publiek reageert enthousiast. Danny Sluys zal de volgende jaren druk geconsulteerd worden door andere groepen om te demonstreren hoe je uit een grote blok isomo herkenbare figuren kan snijden. Hij helpt heel wat andere groepen op weg. Werk dat geapprecieerd wordt. Danny krijgt er de Gouden Mastel voor, de trofee van Halse carnavalverdienste.
Ook de zangcarrière van prins Wouter gaat intussen crescendo. Hij krijgt steeds meer aanvragen voor optredens (van jeugdhuizen tot de feesten in Beert) en in januari 2019 is het zover. Hij wint zijn eerste gouden micro als solo-artiest in de liedjeswedstrijd van Halle op Losse Schroeven. Yololo, een hommage aan de Gillesgroepen in Halle en hun bekende kreet ‘yololo’ bij de verbranding van carnaval, blijkt een oorwurm en wordt dé carnavalhit van het jaar.
En natuurlijk stellen de Gebeure ook in de stoet niet teleur. Hun interpretatie van de succesmusical The Lion King was weer de moeite. Om de giraffen uit te beelden haalden ze zelfs weer hun stelten van stal en mini-prins Menzo kroop in de olifant die de wagen voorafging. De beloning was navenant: een 4de overwinning op rij, met de prijs voor beste char en beste show. En geloof me, het stoetleeke Hakuna Matata bleef nog lang in ons hoofd rondspoken.
Benieuwd wat voor verrassingen de Gebeure in hun jubileumjaar 2020 alweer in petto hebben. Het begon alvast goed met een overwinning in de showwedstrijd Halle op Losse Schroeven en prins Wouter won de Gouden Micro met “et kosjmasjin”. Sympathisanten van het eerste uur, Belleman Nico en Bellevraa Katleen zijn intussen het nieuwe prinsenpaar.
We wensen alle leden en vrienden van de Gebeure een formidastische 44ste verjaardag toe. Ze hebben intussen een bijzondere plek veroverd in de geschiedenis van het Halse carnaval. Doetsj zuu voesj!